Overwegingen rechter
Als sprake is van een gemeenschappelijk huishouding, dan is de betaalde alimentatie niet aftrekbaar.
In dit geval staat vast dat de ex-partners op hetzelfde adres, een gewone eengezinswoning, stonden ingeschreven. Daaruit kan worden afgeleid dat ze een gemeenschappelijk hoofdverblijf hadden. Als er een gemeenschappelijk hoofdverblijf is, zal in de regel sprake zijn van een gemeenschappelijk huishouden, maar dat hoeft niet. Denk daarbij aan gevallen waarbij de bewoners bewust van elkaar een zekere zelfstandigheid bewaren of waarin feitelijk geen sprake is van het voeren van een gemeenschappelijk huishouden in financieel en/of economisch opzicht.
De man heeft aangevoerd dat de verhouding tussen hem en zijn ex niet goed was. Ze is met de kinderen vertrokken, kon geen woning krijgen en keerde weer in de woning terug. De persoonlijke verhouding tussen de ex-partners bleef slecht en daarom leefden ze feitelijk gescheiden van elkaar. De ex en de kinderen gebruikten de slaapkamers in de woning, terwijl de man woonde en werkte in een ruimte op de zolderverdieping. De ex-partners kookten en aten apart en de man bemoeide zich in het geheel niet met de opvoeding van de kinderen. In de keuken is een elektrisch fornuis en de rekeningen van het elektriciteitsbedrijf werden door de man betaald, terwijl hij op de zolderverdieping zijn eigen gaspitje had om voor zichzelf eten op te warmen.
Op enig moment heeft de ex aangifte gedaan van mishandeling en bedreiging door de man, hem voor de kantonrechter gedaagd en gevorderd dat hij de woning moest verlaten. De man voerde aan dat van een duurzame gemeenschappelijke huishouding in de woning geen sprake was en dat een onhoudbare situatie was ontstaan. Daarom eiste hij dat de ex de woning zou verlaten. De kantonrechter in deze zaak overwoog onder meer dat op basis van de beschikbare feiten onvoldoende aannemelijk was geworden dat sprake was van een duurzame gemeenschappelijke huishouding.
Oordeel belastingrechter
Hoewel de ex-partners in hetzelfde huis woonden, leefden zij feitelijk gescheiden van elkaar en was ook geen sprake van een gemeenschappelijk huishouden in financieel en/of economisch opzicht. Dit vindt ook steun in het hierboven vermelde vonnis van de kantonrechter. De belastingrechter is daarom van oordeel dat vanaf de echtscheiding geen sprake is geweest van een gemeenschappelijke huishouding. De Belastingdienst wordt in het ongelijk gesteld. De betaalde partneralimentatie is aftrekbaar.
Let op: Omdat anders allerlei fiscale constructies mogelijk zijn, is de aftrek van partneralimentatie in samenwoningssituaties eerder uitzondering dan regel. In dit geval kon de man voldoende aannemelijk maken dat er geen gemeenschappelijke huishouding was, dus was de betaalde alimentatie toch aftrekbaar.
